Wat is crediteuren? Een Beancount‑vriendelijke gids voor het bijhouden van leveranciersfacturen in platte tekst
Crediteuren (AP) is het geld dat jouw bedrijf verschuldigd is aan leveranciers voor goederen of diensten die je al hebt ontvangen maar nog niet hebt betaald. In de boekhouding wordt AP geclassificeerd als een kortlopende verplichting op de balans – een bedrag dat doorgaans binnen het komende jaar, vaak binnen 30 tot 60 dagen, moet worden betaald.
Dit concept staat centraal in accrual accounting, waarbij je de kosten en de bijbehorende verplichting registreert op het moment dat een factuur binnenkomt, niet wanneer je daadwerkelijk het geld overmaakt. Deze gids laat zien hoe je de volledige AP‑workflow schoon en efficiënt beheert met het platte‑tekst boekhoudtool Beancount.
Korte samenvatting
Voordat we in de details duiken, behandelen we de essentie:
- Crediteuren (AP) vertegenwoordigen je kortetermijnschulden aan leveranciers. Je vindt het onder de
Liabilities‑sectie van je balans. - Accrual vs. cash: AP bestaat alleen als je je boeken op een accrual‑basis bijhoudt. Beancount ondersteunt accrual‑workflows volledig, en de webinterface Fava toont je verplichtingen correct.
- AP vs. AR: Simpel gezegd: crediteuren zijn wat je schuldt, terwijl debiteuren (AR) zijn wat anderen jou verschuldigd zijn.
Waar AP zich bevindt in Beancount (en Fava)
Om AP te gaan bijhouden, moet je eerst een rekening voor AP declareren in je grootboek. Een gangbare conventie is:
Liabilities:AccountsPayable
Je kunt optioneel subrekeningen aanmaken voor grote leveranciers (bijv. Liabilities:AccountsPayable:ForestPaintSupply).
In Fava verschijnt deze rekening op je balans onder Liabilities. Je kunt erop klikken om in te zoomen en een lijst van alle open en betaalde items te zien, waardoor je een helder overzicht van je verplichtingen krijgt. Zie dit in actie in Fava’s publieke voorbeeldgrootboek, dat een Liabilities:AccountsPayable‑rekening bevat.
Beancount‑bouwblokken die je zult gebruiken
Een robuuste AP‑workflow in Beancount steunt op een paar kernfuncties:
- Rekeningen: Je gebruikt voornamelijk
Liabilities:AccountsPayable, een kasrekening zoalsAssets:Bank:Checking, en je diverse kostenrekeningen (bijv.Expenses:Supplies). - Metadata: Je kunt sleutel‑waarde‑paren aan elke transactie toevoegen. Voor AP gebruik je metadata zoals
invoice:,due:,terms:endocument:. Fava herkent zelfs dedocument:‑sleutel en maakt automatisch een klikbare link naar het gekoppelde bestand als je een documentenmap configureert. - Tags & links: Gebruik
#tags(bijv.#ap) voor eenvoudige filtering en^links(bijv.^INV-10455) om programmatisch een factuur en de bijbehorende betaling te koppelen. Dit creëert een duidelijk, controleerbaar spoor. - Queries (BQL): Beancount’s SQL‑achtige querytaal (BQL) laat je krachtige rapporten draaien, zoals een lijst van alle open crediteuren gesorteerd op vervaldatum, direct vanaf de command‑line met
bean‑queryof op Fava’s “Query”‑pagina.